In Nederland en in Europa treedt frequent droogte op. Nu ook in de winter en in het vroege voorjaar. Het water dat wel valt, valt in korte tijd, heel lokaal en in grote hoeveelheden. De noodzaak om dat water vast te houden als buffer voor de droogte neemt sterk toe. Hoe moeten we ons landschap en landgebruik daarop inrichten? Eddy Wymenga, van Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek en advies, sprak daarover op de Groeningen netwerkbijeenkomst op 6 juli tijdens zijn workshop Visie Klimaatbestendige Veenlandschappen.
Er zijn meerdere opties mogelijk om een buffer van water te maken. Eddy Wymenga vertelt: “Laagveenlandschappen zoals Groeningen kunnen het water opvangen bij wateroverlast en vasthouden voor zoetwater voorraden. Het nat houden van de veengebieden in het zandlandschap verbetert de sponswerking. Zo kan natuur landbouw helpen en andersom. Je kunt het ook bovenstrooms vasthouden en zandlandschappen anders inrichten om het water vast te houden (zomerhalfjaar) en water de kans geven om de grondwatervoorraad aan te vullen (winterhalfjaar). Dat heet inzijging.“
Maar, zo voorziet Eddy Wymenga, het water vasthouden voor later is een hele opgave. “Het kost in ieder geval veel ruimte en daarmee ook veel draagvlak. We moeten daarom inzetten op functiecombinaties, niet te veel scheiden maar slimme combinaties zoeken van water en landgebruik. Dat vergt ‘omdenken’. Daarnaast moeten we ons richten op het ontwikkelen van revenuen voor de regio (inkomen, werk, beleving, woongenot) om het draagvlak voor klimaatadaptatie te vergroten.”
Het hele rapport leest u hier.